Achtergrond
Het Raising the Village-raamwerk vloeit voort uit mijn ervaring als gezinshuisouder, als professional op het gebied van kwaliteitsmanagement en besluitvorming en, meest recentelijk, als directeur van een zorgorganisatie. Bovendien ben ik opgegroeid in het Verenigd Koninkrijk, waar ik de eerste helft van mijn carrière gewerkt heb. Door deze ervaring heb ik kunnen zien hoe twee verschillende jeugdzorgsystemen werken en kan ik beide systemen met elkaar vergelijken. Ik denk dat ik daarbij zowel de goede kanten als de problemen in beide systemen kan zien en na kan gaan waar verbeteringen kunnen worden aangebracht in de directe context.
Motivatie achter het raamwerk
Een vaak gebruikt citaat is dat er ‘een dorp voor nodig is om een kind op te voeden’. Soms is het echter de realiteit dat door de beslissingen die op individueel, meso- en macroniveau genomen worden, het dorp niet altijd sterk genoeg is om te functioneren. Politiek, economie, beleid en het maatschappelijke discours vormen en beïnvloeden ‘het dorp’: deze bewegingen kunnen ons dan ofwel ondersteunen bij of belemmeren in de zorg voor diegenen die het kwetsbaarst zijn. Raising the Village stelt het kind centraal,maar richt zich tegelijkertijd ook op het creëren en versterken van het dorp.
De architect Colin Fraser Wishart stelt dat het doel van zijn ambacht is om mensen te helpen beter te leven. Er zit een mooie eenvoud in deze uitspraak, maar ook een enorm gewicht. Stel je eens voor dat elk openbaar gebouw, stadspark, stedelijk vervoersknooppunt en huis werd gebouwd met het welzijn van de mensheid in gedachten.
Soms gebeurt dit al. En als dat zo is, herkennen we het meteen. Ons hart en onze geest voelen zich dan vrijer, ademen wordt makkelijker en we worden geïnspireerd om dingen te creëren: van nieuwe hoopvolle gedachten tot vriendschappen met mensen die je voorheen niet kende of projecten waarmee we het leven van mensen op een positieve manier kunnen veranderen. Een speeltuin waar het speelgoed opgaat in de bomen. Een treinstation waar de reis van de ene plek naar de andere haast als een spirituele gebeurtenis wordt gevierd. In deze ruimtes weten we dat het mogelijk is om altijd thuis te komen.
Wanneer deze architectuur ons ondersteunt om beter te leven, dan wordt het ook gemakkelijker om architectuur te herkennen die is losgeraakt van dit doel. Wanneer we ons een gebouw of ruimte voorstellen die puur gemaakt is om een direct probleem of behoefte aan te pakken, zien we zelden de kleur van hoop tot uiting komen. In plaats daarvan worden we geraakt door melancholie, gaan we gebukt onder sleur, of voelen we de sterke drang om te ontsnappen.
Als we het voorbeeld van architectuur vertalen naar het jeugdzorgsysteem, dan ontwerpen en creëren we niet altijd enorme gebouwen. Maar in de beslissingen die we nemen en de manier waarop we werken en omgaan met de mensen om ons heen, werken we wel mee aan het creëren van een ‘jeugdervaring’, een ervaring van de overgang naar volwassenheid, waardoor de persoon voor wie we werken gevormd wordt. Waarom zouden de ruimtes en processen die we hebben ontworpen dan meer moeten doen denken aan slechte, imposante architectuur die de jongeren niet verwelkomt of verbindt, maar eerder een pleisterplaats is die hun wordt opgedrongen totdat ze kunnen ontsnappen?
Deze extremen in het systeem heb ik tijdens mijn carrière ervaren. Raising the Village is mijn poging om een ‘zorgarchitectuur’ te creëren die niet alleen diegenen beschermt die het kwetsbaarst zijn, maar waarin ook stabiele gemeenschappen ontstaan waarin jonge mensen, hun familie, professionals en organisaties de ruimte krijgen om zich te durven verbeteren en zich minder alleen te voelen.
Hoe werkt het raamwerk in de praktijk?
Eenvoudig, respectvol, transparant en eerlijk, oplossingsgericht, het verschil maken, diversiteit, doen wat nodig is, een veilige basis bieden, gemeenschap, focus op kwaliteit, betrokken zijn en teamwork. Deze kernwoorden vormen de basis van het Raising the Village-raamwerk.
In het Raising the Village-raamwerk focussen we niet meer puur op het centraal stellen van het kind, maar erkennen we dat de netwerken, de professionals en de organisaties ook een rol in het middelpunt hebben. Het gaat om het vinden van een balans tussen de conflicterende waarden en behoeften van alle betrokkenen, waarbij we manieren zoeken om ervoor te zorgen dat die waarden en behoeften voor alle partijen meegewogen worden. Het raamwerk vraagt van iedereen om nieuwe dingen aan te durven gaan, vraagtekens te stellen bij oude manieren van denken en werken, en mee te werken aan het creëren van een nieuw systeem, of ecosysteem, rondom alle betrokkenen.
Op het niveau van de professional heeft de ontwikkeling van het Raising the Village-raamwerk geresulteerd in een gemeenschap van ‘zorgzame volwassenen’. Deze zorgzame volwassenen kunnen een positief rolmodel zijn voor kinderen en jongeren in gezinshuizen en een positieve band met ze vormen. Ook hebben deze volwassenen de mogelijkheid om informatie en ervaringen met elkaar uit te wisselen en te reflecteren. Dit kan zowel online als via fysieke ontmoetingen, in bijvoorbeeld leergroepen, leerkringen of WhatsApp-groepen. Om de zorg voor zowel kinderen en jongeren als professionals te optimaliseren, vindt er een continue uitwisseling plaats tussen de gezinshuisouders, het team van de zorgorganisatie, het (uitgebreide) netwerk, en onze academische en onderzoekspartners.
In de praktijk resulteert dit in een ‘zorgplan’ voor zowel de gezinshuisouders als de professionals die werkzaam zijn in de zorgorganisatie. In plaats van professionele ontwikkeling uitsluitend te richten op bijscholing, training en het bereiken van meetbare resultaten, legt het Raising the Village-raamwerk in de interactie met de zorgorganisatie de focus op deveilige basis van de professional en de gezinshuisouder.
In essentie zorgt het Raising the Village-raamwerk ervoor dat iedereen die betrokken is bij de plaatsing van een kind in een gezinshuis, aandacht krijgt. De interacties tussen de betrokkenen zorgen er vervolgens voor dat de zorg een veilige basis biedt voor de jeugdige.
Verder worden onze gezinshuisouders gematcht in teams waar informele ondersteuning is ingebed in een raamwerk dat de vijf elementen van het Secure Base Model omvat. Dit raamwerk biedt structuur voor het team om hun individuele behoeften en hun teambehoeften nader te verkennen. Door te focussen op iets anders dan de ‘traditionele’ professionele ontwikkeling worden de behoeften van het gehele individu meegewogen en gefaciliteerd. Zo geeft het raamwerk professionals in hun werk een gevoel van vrijheid en veiligheid.
Raising the Village vereist verder een kritische analyse van de protocollen, het beleid en de werkinstructies voor de organisatie. Dit betekent het verwijderen van protocollen, beleid en werkinstructies die de veilige basis van een organisatie belemmeren en het herschrijven van andere om ervoor te zorgen dat ze de ontwikkeling van de organisatie als een veilige basis ondersteunen in plaats van belemmeren.
In de toekomst zal het Raising the Village-raamwerk verder ingaan op de omgevingen waarin kinderen en jongeren opgroeien. Naast de professional speelt de fysieke omgeving een sleutelrol in de ontwikkeling van jongeren. Raising the Village houdt rekening met de eisen van de fysieke omgeving en probeert deze als behandelinstrument te gebruiken. Kleuren, afbeeldingen, speelgoed, hoe een slaapkamer is ingericht, waar in huis het kind of de jongere zijn jas ophangt: dit zijn allemaal manieren om een veilige basis in de fysieke omgeving aan te brengen, waarbij het kind actief interactie kan hebben met en invloed kan uitoefenen op deze omgeving.
Tot slot stelt het Raising the Village-raamwerk de rol van het netwerk van de jeugdige centraal. Training, ondersteuning en begeleiding van gezinnen is essentieel om ervoor te zorgen dat jonge mensen zich lid van zowel hun familie van herkomst als van hun ‘zorg’-gezin voelen. Op deze manier kunnen loyaliteitsconflicten worden verminderd en kan de plaatsingsstabiliteit worden vergroot. Een toekomstige ontwikkeling zal zijn om na te gaan of een omgekeerd systeem mogelijk is: een systeem waar het kind of de jongere in het gezin van herkomst blijft en een veilig basisnetwerk van professionals om zich heen krijgt, om zo de kans te vergroten dat de jeugdige binnen het gezin van herkomst kan blijven.
Welke boodschap kunnen kinderen of jongeren uit jouw raamwerk halen wanneer ze in gezinshuizen verblijven?
Kinderen en jongeren komen via allerlei verschillende wegen het zorgsysteem binnen, en hun ervaringen met dat systeem zijn al even divers. Die verhalen bepalen hoe ze zichzelf zien en hoe ze hun toekomst vormgeven. Raising the Village helpt hen om de schrijvers van hun eigen verhalen te worden, te kiezen welke mensen belangrijk voor ze zijn, met deze mensen in contact te komen, en ze toe te voegen als personages in het verhaal dat ze schrijven. Het gaat erom samen met jongeren hun zorgproces, hun zorgplan en hun woonsituatie te creëren. Het gaat er ook om te erkennen dat degenen die een trauma hebben opgelopen niet altijd de luxe hebben om zelf doelen te stellen, omdat ze bezig zijn met overleven en vechten tegen alles en niets tegelijk. En daar is niets mis mee – laat degenen die een professioneel voorrecht hebben de last van het doelen bereiken maar dragen.
Wat kan een professional uit het raamwerk halen?
De verhalen die we vertellen over jongeren en het zorgsysteem bepalen hoe we het werken met die jongeren binnen dat systeem ervaren. Wanneer we een beperkt verhaal vertellen, maken we een beperkt leven. We worden allemaal uitgedaagd door leven en werken binnen de jeugdzorg. En gezinshuisouders gaan aan het eind van de dag niet naar huis om te herstellen. Ik denk dat het belangrijk is om te erkennen dat het systeem deze fantastische professionals geweld aandoet. Zij voelen zich vaak geïsoleerd en slecht toegerust om alles aan te kunnen waarmee ze worden geconfronteerd. En dat is verkeerd.
Er is een krachtige beweging aan het ontstaan van gemeenschappen van gezinshuisouders die af willen van de verdeeldheid die de ouderwetse denkwijze met zich meebrengt, diegebaseerd is op risicobeperking en beleid ten gunste van het algemeen belang.
Deze gezinshuisouders zijn bereid om hun oude zekerheden en controle los te laten en in plaats daarvan gemeenschappen te creëren en te belichamen die worden geleid door ruimte en mogelijkheden en niet door de oppervlakkige bevrediging van ‘gelijk hebben en controle hebben’.
Het raamwerk biedt handvatten om gezinshuisouders te laten motiveren door hart, geest en experiment, en niet door dogmatische regels en voorschriften.
Waar zie jij de jeugdzorg de komende vijf jaar? Waar liggen de uitdagingen en hoe kan het raamwerk een rol spelen bij het aangaan van deze uitdagingen?
Ik weet niet precies hoe de jeugdzorg er over vijf jaar uitziet, maar van de huidige discussies in de jeugdzorg schrik ik een beetje van. Ik denk dat er veranderingen aan zitten te komen, en de vraag is wie de luidste stem heeft: degenen die altijd de macht hebben gehad binnen het systeem of de innovatieve kleinere stemmen, die niet de schijnwerpers opzoeken maar wel geweldige ruimtes voor jonge mensen bieden.
Ik maak me zorgen dat de veranderingen die komen, gedreven worden door wanhoop in plaats van inspiratie en dat het werk van kleinere organisaties, en met name gezinshuizen, gehinderd zal worden door meer regels en wetten die gericht zijn op controle in plaats van op jeugdigen. Er zijn inderdaad gezinshuizen die veel geld verdienen aan het systeem, en er zijn organisaties die hun aandeelhouders miljoenen aan dividend uitkeren, en ik ben het ermee eens dat dat moet worden tegengegaan. Maar het doel hiervan zou niet moeten zijn ervoor te zorgen dat er geen verkeerde bedoelingen binnen het systeem bestaan, maar om een systeem te ontwikkelen waarbij er überhaupt geen ruimte is voor verkeerde bedoelingen. Als we een systeem creëren dat gericht is op creativiteit en vriendelijkheid, zullen we de mogelijkheid wegnemen dat dingen fout gaan.
Dit raamwerk geeft mede vorm aan de vragen waarmee we de komende jaren te maken krijgen: op persoonlijk, professioneel en organisatorisch vlak. De tools in het raamwerk kunnen jongeren en professionals helpen deze vragen te beantwoorden. Ik hoop dat we manieren vinden om ervoor te zorgen dat die antwoorden en creatieve ideeën het platform krijgen dat ze nodig hebben om de basis te kunnen vormen voor wat daarna komt.
Welke boodschap heb jij voor toekomstige (gezinshuis-)professionals als ze in de praktijk aan de slag gaan?
Ik denk dat ik ‘vals ga spelen’ en het advies ga herhalen van de kunstenaar Laurie Anderson. Anderson suggereerde:
- Wees voor niemand bang.
- Regel een goede bullshitdetector.
- Wees heel, heel zachtaardig.
Deze drie regels vormen samen een uitnodiging voor een ruimte waarin we ons werk wél, maar onszelf niet al te serieus nemen. Ze kunnen ons goed van pas komen, vooral in een tijd en ruimte waarin we als professionals moeten leren onderscheid te maken tussen verschillende visies op de werkelijkheid, tussen propaganda en wijsheid, tussen manipulatie en inspiratie.